In maart 2020 is het 50 jaar geleden dat een volstrekt uniek gezelschap rondom Joe Cocker een – naar later zou blijken legendarische – tour startte onder de naam Mad Dogs & Englishmen. Het bijzondere aan deze tour is enerzijds de gebrekkige, onlogische voorbereiding en anderzijds de muzikanten die na die twee maanden een succesvolle carrière zouden krijgen.
Joe Cocker’s reputatie in Europa was al gevestigd en in Amerika was zijn ster rijzende. Het Amerikaanse publiek maakte in april 1969 kennis met de zanger. Ed Sullivan, de presentator die eerder o.a. Elvis Presley, Buddy Holly en The Beatles bij zijn landgenoten introduceerde, gaf Cocker de gelegenheid zijn tweede Amerikaanse single, de Traffic-cover ‘Feelin’ Alright’ te spelen. Ook deze werd slechts een bescheiden hit in de V.S.
Met name zijn vertolking van ‘With A Little Help From My Friends’ op het Woodstock-festival op 17 augustus 1969 zou zijn doorbraak inluiden. Eigenlijk pas na de film, een kaskraker van 185 minuten (in 1994 kwam er een versie van zelfs 224 minuten!) die op 26 maart 1970 uitkwam en ja…de Mad Dogs & Englismen-tour duurde van 20 maart tot en met 17 mei. Binnen twee maanden werden er 48 optredens gedaan in 25 steden (abusievelijk wordt zelfs wel eens een hoger aantal steden genoemd). Joe Cocker hoorde van zijn Amerikaanse manager Dee Anthony pas op 12 maart, dus acht dagen voorafgaande aan de tour, dat hij dit moest gaan doen.
Er was echter een probleem, een groot probleem zelfs!. Cocker had geen band meer. The Grease Band was weg bij hem. Leon Russell, van wie Cocker ‘Delta Lady’ had opgenomen, hoorde hiervan en bood op 13 maart aan mensen te werven. In producer Denny Cordell hadden ze bovendien een gemeenschappelijke vriend.
Russell plukte de mensen vandaan uit z’n eigen band en uit Delaney & Bonnie and Friends (waar Eric Clapton ook mee gespeeld had). Daar zong ook Rita Coolidge bij en aan haar vroeg hij het achtergrondkoor te regelen. Binnen een paar dagen volgden enkele repetities van zo’n 12 uur. En passant werd ook nog de single ‘The Letter’/’Space Captain’ opgenomen tijdens de repetities van de tournee.
De optredens vonden plaats van New York tot San Francisco en Tulsa. Joe Cocker werd omringd door elf muzikanten en negen zangers en zangeressen. Dat het een vreemde gang van zaken is geweest, wordt al snel duidelijk daar er drie drummers (eigenlijk zelfs vier) meegingen en zo’n groot achtergrondkoor is ook niet logisch. Joe Cocker was groot fan van Ray Charles, maar de Raelettes waren slechts met vier. Van de Grease Band ging pianist/organist Chris Stainton wel mee. Cocker ging op pad met vooral volslagen onbekenden van hem. Het hele circus bestond uit 43 personen en moest per vliegtuig de tour afleggen.
De naam van deze tour is ontleend aan een in 1931 of 1932 opgenomen fraai nummer van Noel Coward, waarin hij de Engelsen in hun kolonies bespot. Wie denkt op basis van de naam dat er vooral Engelsen meededen, heeft het mis. Alleen Joe Cocker en Chris Stainton komen uit Engeland en beiden uit Sheffield. Het aantal honden dat meeging bleef beperkt tot één.
Hoewel Joe Cocker grossiert in covers van Bob Dylan en The Beatles, opent de dubbelelpee met de Stones-klassieker ‘Honky Tonk Women’. Opvallend is dat de elpee-opname al na een week was: 27 en 28 maart in Fillmore East in New York. Daar vonden vier concerten plaats. In 2006 verschenen deze compleet in een 6-cd box. Hierop is ‘With A Little Help From My Friends’ wel te horen, terwijl dit op de gewone dubbelelpee, merkwaardig genoeg, is weggelaten.
Begin 1970 waren geen van de musici al sterren, al waren Joe Cocker en Leon Russell al hard op weg. Voor bijna iedereen was het een opstap naar grotere bekendheid; meest aansprekende successen zijn:
– Chris Stainton speelt in 1973 als enige gastmuzikant mee op The Who’s Quadrophenia. Hij zou jarenlang met o.a. Eric Clapton en later ook even met o.a. Roger Waters spelen.
– Rita Coolidge zou solo succesvol worden met grote hits als ‘All Time High’.
– Carl Radle en Jim Gordon vormden de ritmesectie van Derek & The Dominos. Jim Gordon schreef bovendien met Eric Clapton ‘Layla’.
– Bobby Keys ging toeren met The Rolling Stones en soleert op nummers als ‘Brown Sugar’ en ‘Emotional Rescue’.
– Don Preston zou bij o.a. Ricky Nelson en J.J. Cale gaan spelen.
– Jim Keltner zou een veelgevraagde studiodrummer worden.
– Claudia Lennear was als voormalig lid van de Ikettes al een veelgevraagde achtergrondzangeres, die in 1973 haar enige, maar wel verdienstelijke solo-elpee maakte: ‘Phew‘. Hierop verlenen o.a. Ry Cooder, Allen Toussaint en Spooner Oldham hun medewerking.
Claudia Lennear zou van deze tournee – evenals Leon Russell, Don Preston, Carl Radle en Jim Keltner – in 1971 spelen op het Concert voor Bangla Desh, ook een mijlpaal in de pophistorie. Op de uitklapbare hoes van de dubbelelpee en ook op de CD van Mad Dogs & Englishmen staat haar naam verkeerd geschreven evenals van zangeres Donna Weiss, slordig! Op de ‘complete recordings’ is dit verbeterd.
Een bijzondere vermelding hier dient ook deze Donna te krijgen.
In 1981 werd ‘Bette Davis Eyes’, dat Donna Weiss samen schreef met Jackie DeShannon, door zangeres Kim Carnes een Amerikaanse nr.1-hit en won hiermee Grammy Awards voor zowel Song of the Year als Record of the Year. De toen 73-jarige Bette Davis heeft de dames bedankt en rozen gestuurd.
In 2015 berichtte Rolling Stone over een nieuwe Mad Dogs & Englishmen, 45 jaar na de gememoreerde, als een Tribute to Joe Cocker.
De Tedeschi Trucks Band met daarbij o.a. Chris Robinson en enkele oudere muzikanten, waaronder Leon Russell, gingen dezelfde nummers spelen en bracht een CD hiervan uit. Ook deze reünie was in een zekere opzicht Mad.
Erik Bevaart
Recent Comments