Meest waardevolle bezit verdient goed onderhoud (deel 2)

Zowel het in 2021 verschenen Landelijk Prognose Rapport (TNO) als het in oktober 2023 verschenen tweede rapport (met titel ‘Vernieuwingsopgave Infrastructuur’) geeft helder aan dat er beslist meer geld uitgetrokken dient te worden voor de vernieuwingsopgave van onze bruggen, tunnels, viaducten etc. Dat hiermee veel geld gemoeid is, is wellicht logisch, maar dat wil niet zeggen dat er genoeg geld gereserveerd wordt. Het is te hopen dat het nieuwe kabinet dit serieus neemt en dat behalve de provincies en waterschappen ook gemeenten dit probleem voldoende erkennen. Een ander probleem dat kan gaan opspelen, is / wordt het gebrek aan arbeidskrachten, zoals in veel sectoren.
Ongelukken
Nederland kent gelukkig heel weinig ongelukken door toedoen van instorting of afbrokkeling en tijdige inspecties en onderhoud dragen hier ook zorg voor. De parkeergarage bij het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein (mei 2024), balkons in Oudenbosch (september 2021) en het stadion van AZ in Alkmaar (augustus 2019) zijn uitzonderingen, die gelukkig -vooral door toedoen van het tijdstip!- ook nog eens zonder gewonden zijn afgelopen. Het betreft in deze drie voorbeelden geen civiele kunstwerken, maar het maakt wél duidelijk dat er zowel op inspectie als onderhoud niet bezuinigd moet worden.
Prognoses
Hoe lang precies civiele kunstwerken meegaan, is van meerdere factoren afhankelijk, maar niet altijd blijkt het bouwjaar en de materialen ervan bij gemeenten bekend te zijn. Ook blijkt uit de rapporten dat dit voor gemeenten, die immers de meeste civiele kunstwerken beheren, een enorme opgave wordt. Vaak was beheer of onderhoud de eerste post waarop bezuinigd werd, maar dat brengt op den duur extra kosten met zich mee. Er wordt aanbevolen langetermijnprognoses te maken. Voor gemeenten is een langetermijnprognose op civiele kunstwerken nog niet vanzelfsprekend.
Hinder1. Beperkingen bij bruggen (zoals snelheidsbeperkingen, gewichtsbeperkingen) vanwege zorgen over de constructieve veiligheid.
2. Gepland grootschalig onderhoud op het hoofdwegennet en hoofdvaarwegennet in 2024.
3. Uitstel van onderhoudswerkzaamheden en/of zorgen om de constructieve veiligheid waardoor een verhoogd inspectieregime nodig is.
Gemeenten zullen soms overleg met buurgemeenten moeten voeren om extra verkeersdrukte te voorkomen of te beteugelen.
Naar mijn mening een aspect dat niet uit het oog verloren mag worden in waardering van civiele kunstwerken, dat dus meer behelst dan alleen vanuit veiligheid, mobiliteit en economie.
Voor gemeenten kan het onderhoud cq vervanging van civiele kunstwerken voor flinke financiële tegenvallers zorgen. De komende jaren zullen toch al meer zorgkosten met zich meebrengen, met name de vergrijzing (WMO). De decentralisatie van de zorg middels transitie en transformatie is immers geheel anders verlopen dan was beoogd. In plaats van de kostenbesparing is er -zeker bij de jeugdzorg- juist sprake van enorme kostenstijging. Uitstel op gebied van civiele kunstwerken kan wel eens op een ongunstig moment tegen een gemeente keren.
De politiek is aan zet!
3-Uit het rapport Duurzame Impact Strategie Infra (een actieplan dat niet specifiek over civiele kunstwerken gaat, maar veel raakvlakken kent) wordt de samenwerking tussen publieke en private partijen als oplossing gezien waarbij er niet langer gefragmenteerd wordt gewerkt, maar dat er projectoverstijgend gestuurd wordt op data en investeringen. Dat er alleen al tussen de provincie, waterschappen en gemeenten goed samengewerkt dient te worden is evident, maar dus ook met en door marktpartijen.
In mijn pleidooi van juni 2023 refereerde ik aan de Algemene Rekenkamer daar die in 2021 het advies heeft gegeven dat ‘de Rijksoverheid beter in beeld moet krijgen welke bezittingen ze in beheer heeft en wat alle bezittingen waard zijn. Pas dan kan een overheidslaag realistisch budgetteren voor onder meer onderhoud van o.a. bruggen en sluizen’. Nu is dit geld voor gemeenten niet eens geoormerkt! Ook een voorwaarde om tot daadkracht te komen.
Wellicht dat ook de bereidheid tot vergroening moet worden meegewogen. Groen is immers duurder dan grijs. Snoeien, kappen en maaien elk jaar is duurder dan het leggen van stroken asfalt of tegels, die er voor vele jaren liggen. Dan sla je twee vliegen in één klap. Andere oplossingen zijn mij niet bekend, maar altijd interessant voor de eerder genoemde ministeries, het IPO of de VNG om te laten onderzoeken, zo lijkt mij.
Deze vier aangedragen oplossingen sluiten elkaar niet uit. Misschien dienen alle vier te worden gebruikt om te komen tot een soort masterplan, waarin alle ter zake doende stakeholders zowel in beleid als uitvoering betrokken worden. Rapporten zijn er inmiddels voldoende, de gevraagde gegevens zijn echter nog niet verstrekt. Samenwerking is nog beperkt verwezenlijkt. Actie dus, waar wachten we immers nog op? De beoogde nieuwe minister-president Dick Schoof is afgestudeerd als planoloog. Dat is hoopgevend voor het vraagstuk rondom de civiele kunstwerken. Eén keer per jaar speciale aandacht schenken aan ons meest waardevolle bezit, is geen overbodige luxe: 23 september – Dag van de Civiele Kunstwerken.