Meest Waardevolle Bezit Verdient Goed Onderhoud (deel 3)

Het onderhouden, vernieuwen en zonodig vervangen van de civiele kunstwerken in Nederland wordt de komende decennia een enorme klus.
Er zijn duidelijke zorgen geuit op allerlei terrein en er zijn diverse heldere aanbevelingen gedaan in de rapporten die in Meest Waardevolle Bezit Verdient Goed Onderhoud (deel 2) reeds zijn genoemd. Samenwerking van/tussen publieke en private partijen is wel een sleutelwoord in de oplossing om dit probleem gestroomlijnd te laten verlopen.
Kwantiteit
Aan het in kaart brengen van gegevens rondom de ouderdom van de civiele kunstwerken en de beschrijving van de materialen waaruit deze bestaan, dient prioriteit gegeven te worden. Het is duidelijk dat vooral gemeenten nog veel werk hebben te verzetten. Dat zijn er maar liefst 342. Dan lijkt het niet vanzelfsprekend dat al die duizenden civiele kunstwerken snel inzichtelijk worden gemaakt.
Heel veel werk dus, maar…Johan Cruijff zei het al: “elk nadeel heb z’n voordeel”. Met het aantal van 342 zou het toch mogelijk moeten zijn dat, als elke gemeente gemiddeld tenminste 1 fte beschikbaar stelt om deze gegevens op tafel te krijgen, er een grote groep mee aan de slag gaat.
Misschien dient ook de mogelijkheid van detachering te worden ingezet. Als de instructies wat er precies aan gegevens gevraagd wordt helder zijn, kan dit uniform aangeleverd en verwerkt worden in een landelijke databank.
Wellicht dat de eerste shift de categorie bruggen, tunnels en viaducten moet bevatten waar aantoonbaar veel vrachtverkeer rijdt. Daar zit immers het pijnpunt.
Onderwijs
Voor deze landelijke opgave zou de samenwerking gezocht kunnen worden met het onderwijs. Elke gemeente zou voor dit specifieke doel verstrekker moeten worden van stageplekken en afstudeeropdrachten, zodat er een win-winsituatie kan ontstaan. Een punt van zorg was immers ook de beperkte expertise van jonge ingenieurs ten opzichte van oude (verouderde) materialen.
Als hier een nieuw -onderwijsgerelateerd- subsidiepotje voor gevuld moet worden, zal dit serieus overwogen moeten worden teneinde het proces van in kaart brengen te versnellen én om de kennis van oude materialen te vergroten. Waar in Meest Waardevolle Bezit Verdient Goed Onderhoud (deel 2) al gerefereerd is aan het oormerken van voor (onderhoud aan) civiele kunstwerken bedoelde gelden in het gemeentefonds en een mogelijk herverdeling hiervan op grond van nieuwe criteria, zullen aan dit onderwijsgerelateerde potje ook geen vrijblijvende, maar juist strikte voorwaarden gesteld moeten worden.

Verantwoordelijkheid
Naar de toekomstige generaties is het niet meer dan eerlijk om deze landelijke opgave niet ‘over de schutting te gooien’ en nog langer uit te stellen. Die generaties moeten niet opgezadeld worden met kosten, waarvan onze generatie meende het gereserveerde geld hiervoor aan andere zaken te moeten uitgeven.
Daarbij komt dat die generaties al te maken krijgen met het betaalbaar houden van de zorg. Het is de verantwoordelijkheid van de huidige generatie om voldoende geld te reserveren voor de vernieuwings- en vervangingsopgave. Ook dus om verantwoord om te gaan met civiele kunstwerken die vallen onder de categorieën cultureel erfgoed en jong erfgoed.
Cornelis Lely
Het is dit jaar exact 150 jaar geleden dat koning Willem III tijdens de troonrede sprak over de inpoldering van de Zuiderzee met de woorden: “Van groote openbare werken moet de voltooijing worden verzekerd; van andere de aanleg voorbereid. Het zal mij verheugen, indien vóór het einde dezer zitting de eerste beslissende stappen gedaan zijn tot aanwinst van grondgebied ten koste van een deel der Zuiderzee.”
Deze passage had betrekking op de in 1870 ingestelde Staatscommissie-De Vries, die in 1873 verslag had uitgebracht over een door T J. Stieltjes ontworpen plan. Via een aanvulling van de begroting BiZa werd in 1875 geld vrijgemaakt voor de voorbereiding van indijking en droogmaking van een gedeelte van de Zuiderzee.
We weten allemaal dat de verwezenlijking ervan nog vele jaren zou duren en dat vooral dankzij het geduld en de volharding van ir. Cornelis Lely (1854-1929) de Zuiderzeewet is aangenomen en in werking gezet.
De vernieuwings- en vervangingsopgave van de meeste civiele kunstwerken kan beslist niet zo’n zelfde lange periode duren.
Daarom vindt de Dag van de Civiele Kunstwerken op Lely’s geboortedag 23 september plaats en waar anders dan in Lelystad zal daar gehoor aan gegeven worden.
Tot slot
Voor zover het nog niet duidelijk is: de politiek is aan zet. Laat die uitstekende rapporten niet in een lade verdwijnen, maar kom in actie. Daarin zal op maandagmiddag 23 september in Lelystad een flinke stap genomen worden met een dialoog-seminar o.l.v. Cees Grimbergen. Nadere info volgt.
Erik Bevaart, juni 2024

Cees Grimbergen. Foto: Mike Roelofs